|
|
 |
Historie van
Tzum |
|
|
|
Wanneer Vegelin
van Claerbergen op zijn uitkijkpost in Joure stond,
kon hij bij helder weer de torens van 10 steden en
200 dorpen zien. Daar is dan zeker Tzum bij geweest,
want als het zicht goed is, dan is deze reus van 72
meter hoogte in een zeer groot deel van West- en
Midden-Friesland gemakkelijk to ontdekken. Het
volksverhaal van de lyntsjesnijers wordt ons door
Waling-om heel smakelijk verteld. Gabe kerkvoogd en
Pibe ouderling van Oldeboorn, de beide
tuorkemjitters, die door Saske, de vrouw van meester
Schelte to Tzum, „to fiter" werden genomen. In
oudere lezingen wordt echter ook de Hallumers en de
Boudumers aangewreven, dat zij met hoogmoed in het
hart naar Tzum togen om de toren daar to meten met
de bedoeling een nog hogere to bouwen. Hoe bet ook
zij, Tzum heeft de hoogste dorpstoren tot vandaag de
dag toe behouden en hij heeft het al ruim 4 eeuwen
uitgehouden, al hangt hij dan een paar meter uit bet
lood. De spits, die 41 meter lang is, is vooral de
oorzaak van deze uitzonderlijke afmeting. Iemand,
die als schrijver dezes behept is met hoogtevrees,
moet maar niet proberen de haan to bereiken. Daar
had een jongetje van een jaar of zes Been last van,
die de ladders beklom en zijn vader, die boven bij
het ,kruis" aan het werk was, waarschuwde : ,Heit,
der is ien by mem, dy wol heit sprekke." Dat heft
niet een beetje schrok, behoeven we niet to
vertellen. Maar hij kreeg zijn zoontje heelhuids
beneden, die helemaal niet begreep waarom hierover
zoveel drukte werd gemaakt. ,Mem hie ommers sein,
dat er heit even ophelje moast!" De hoge toren is in
1548 gebouwd en wel in een jaar, 4 maanden en 14
dagen.
|
|
|
|