De tijd gaat verder,
Vanavond,
op 4 mei 2015, staan we enkele minuten stil
in de tijd . Straks is het zover, de tijd
lijkt even stil te staan of in elk geval
langzaam voorbij te gaan. Herdenkende,
ervaren we het langzame wegtikken van de
minuten. We worden er op een avond als deze
extra bij betrokken maar vanavond nemen we
even de tijd om stil te staan bij iets dat
70 jaar geleden is.
De tijd gaat verder, dat wil ook zeggen dat
de rij van jaren, die achter ons liggen
steeds langer wordt. En daar tegenover staat
dat de herinneringen in het voorbij gaan van
de jaren ook steeds langer en helderder
worden.
Morgen is het bevrijdingsdag. Nederland
staat stil bij de Tweede Wereldoorlog en het
einde van de Duitse bezetting. Dat einde van
de bezetting is nu reeds 70 jaar geleden.
Is dat wel lang geleden ? Eigenlijk niet.
Maar, de generatie, die de oorlog meemaakte
en ook weet wat ze herdenken, die gaat
verdwijnen. Voorlopig zijn er echter nog
genoeg mensen die feiten verhalen, waarnaar
we ademloos luisteren. Maar we zullen er
voor moeten waken dat dit herdenken niet
verloren mag gaan.
Ook wanneer de laatste getuige is overleden,
dan nog zal de herdenking haar kracht moeten
behouden. De oorlog was schokkend en de
veranderingen ingrijpend. Niemand mag dat
vergeten.
Bij
een gedenkdag zoals vandaag, gaat het om
mensen die verschrikkingen leden en hun
vlees en bloed opofferden. Wanneer wij dat
op ons laten inwerken, kunnen we iets
beseffen van de hoge prijs die voor de
vrijheid moest worden betaald.
Het levensverhaal van mensen is ook het
enige dat vandaag nog de volle aandacht
trekt.
Vandaag is het 4 mei 2015 en ook nu zijn we
weer op deze plaats bijeen gekomen om een
moment stil te staan en om te herdenken in
een tijd die steeds verder gaat. Stilstaan
bij mensen, die in de Tweede Wereldoorlog
hun leven hebben gegeven voor de vrijheid
van ons allen.
Ons land werd bevrijd na vijf bange jaren
waarin angst en terreur heersten en waarin
men elke dag werd geconfronteerd met de
dood. Bevrijd van het Duitse juk dat de
mensen in hun greep hield. Als men om zich
heen zag dan waren er overal ruïnes links en
rechts. En dat vooral in de grote steden.
Door de vele bombardementen lag bijna alles
in puin. Het was een somber en een doods
gezicht bij de aanblik
van de gevolgen van al die puinhopen. Het
gaf een
troosteloze aanblik.
Vele grote steden waren dode steden
geworden.
Ik heb eens gelezen over iemand die terug
keerde naar zijn woonplaats, één van de
grote steden. Zijn reactie was: dit is geen
woonplaats meer maar een kerkhof van
vernietiging en ellende. Een doodse aanblik.
Bij het verlaten van de stad zei de man:
“Vrij te zijn is het mooiste wat we gekregen
hebben”.
Een vader liep met zijn dochtertje ook door
die stad. Het meisje kreeg van iemand een
stukje chocolade. Er kwam een glimlach op
haar mager gezichtje. De vader begon te
huilen toen er iets tegen hem werd gezegd.
Hij had weken lang in de kelder gezeten met
zijn vrouw en dochtertje. Toen hij weer
terugkwam was zijn huis verdwenen.
Het noorden van Nederland moest toen nog
worden bevrijd.
Op 22 en 23 maart 1945 bracht koningin
Wilhelmina een uitvoerig bezoek aan het
bevrijde zuiden van Nederland.
In een toespraak in Eindhoven zei de
koningin onder meer: Ik citeer :
“Eindelijk heb ik gevolg kunnen geven aan
een
langgekoesterde wens, bevrijd Nederland te
bezoeken en u allen weer te zien.
Gij zult u moeilijk kunnen voorstellen wat
het voor mij betekent na bijna vijf jaren
scheiding voor de eerste keer op vaderlandse
bodem te vertoeven. Wij kunnen niet bijeen
zijn zonder dat in ons de bede tot God
stijgt om de bevrijding en spoedige
verlossing uit nood en marteling van
onderdrukte broeders en zusters in het
noorden.”
De koningin nam na haar toespraak enige
ogenblikken stilte in acht ter herdenking
van de gevallenen.
Na nog een toespraak van de commissaris der
koningin de heer van Oyen, werd spontaan het
Wilhelmus ingezet . Het was een zeer
ontroerend moment.
5 mei 1945 kwam ook in het noorden van
Nederland de bevrijding. Een feestdag. Angst
en terreur weken maar wat bleven er een
wonden achter bij allen die het verlies van
een geliefde aan de lijve hadden
ondervonden. Het was lang niet overal feest
in de harten van mensen.
Maar zoals ik reeds heb gezegd, de
herinneringen staan ons misschien nog
duidelijker voor de geest dan vorig jaar.
Op een avond als deze denken we ook aan hen
vandaag de dag nog steeds of opnieuw in
strijd gewikkeld zijn. Het lijkt wel dat de
wereld op veel plaatsen in brand staat.
Velen zijn op de vlucht. Doodsangsten worden
uit gestaan. Er is weinig uitzicht. Alles
ligt in puin. Gezinnen worden uit elkaar
gerukt. Kinderen moeten mee het leger in.
Kindsoldaten worden ze genoemd.
Op een avond als deze mogen we en kunnen we
hen niet vergeten. Zij leven in een situatie
dat wij ons niet kunnen voorstellen.
Ook zij hunkeren naar vrijheid die nog ver
te zoeken is.
Kort na de bevrijding op 5 mei 1945 werd
Nederland overvallen door de Indonesische
kwestie. Er werd op gerekend dat het nog
maanden zou duren voordat Nederlands-Indië
zou zijn bevrijd van de Japanse bezetter.
Oorlogsvrijwilligers werden opgeroepen om
deel te nemen aan de strijd tegen Japan.
Maar toen op 15 augustus 1945 Japan
capituleerde na de Amerikaanse atoomaanval
op Hirosjima en Nagasaki was
Nederlands-Indië nog niet bevrijd.
De
militaire confrontatie die in de jaren na de
capitulatie van Japan volgde heeft een zware
tol geëist. Van al de uitgezonden militairen
zijn 4751 jonge mannen niet weer in de
vertrouwde familiekring teruggekeerd. Zij
brachten het hoogste offer. Littekens werden
geslagen bij familieleden, bij vrienden en
dienstmaten. Littekens die nog steeds pijn
doen en altijd voelbaar zullen blijven.
Littekens ook in Friesland, dat 157 zonen in
Indonesië verloor. Littekens ook in ons
goede dorp Tzum, die twee van de zestien
jongens niet weer zagen terugkeren.
Verdriet, pijn, verslagenheid om hem die men
lief had en die men nooit weer zou zien.
Stoelen, die altijd leeg zouden blijven.
Op een avond als deze worden we erbij
bepaald,hoe groot het offer was dat zij
hebben gebracht om voor ons de vrijheid te
bewerkstelligen, die zij zelf niet hebben
mogen beleven.
We staan hier bij het gedenkteken waarop de
namen van twee van onze dorpsgenoten staan
vermeld.
Wiebe Bruinsma was een van de Nederlandse
militairen die kort na het begin van de
Eerste Politionele Actie, op 21 juli 1947 om
het leven kwam. Dat gebeurde tijdens een
patrouilletocht in de omgeving van Pandakan.
Hij raakte zwaargewond en overleed anderhalf
uur later, ondanks toegediende
bloedtransfusies. Na het bekend worden van
zijn overlijden werden de volgende dag de
klokken van de Hervormde Kerk in Tzum drie
keer een half uur geluid.
Wiebe Bruinsma, die lid was van het
muziekkorps “’Prijst den Heer”, eerst als
trommelaar en later als trombonist, was er
niet meer.
Straks in juli is het 68 jaar geleden dat
deze 20 jarige Tzummer jongen zijn graf vond
op het ereveld te Pandakan in Indonesië.
Lieuwe Greidanus meldde zich na de
bevrijding in 1945 als oorlogsvrijwilliger
om, zoals hij steeds weer zei, Indië te
bevrijden. Hij ging met het Friese bataljon
naar Indië. Uit zijn brieven die hij naar
huis schreef viel op te maken dat het
verblijf in dat verre land bepaald geen
pretje was.
Hij kwam op 20 april 1946 om het leven, toen
hij in de omgeving van Bandoeng, tijdens een
vuurgevecht met Indonesiërs in het hoofd
getroffen werd. Lieuwe was op slag dood.
Toen zijn vader Jan Greidanus het bericht
kreeg van het overlijden van zijn oudste
zoon, zei hij: “It hat Gods wil west dat
Lieuwe sneuvele is en dêr moatte wy ús by
dellizze”.
Lieuwe was 21 jaar oud en is op het ereveld
te Bandoeng begraven.
Twee jongens, die het als hun plicht
verstonden om in dienst van hun vaderland te
strijden, zonder zelf te weten wat hun te
wachten stond.
Jonge soldaten die in dat verre land de dood
in de ogen hebben moeten zien. Voor hen
beiden kwam er geen nieuwe dageraad op deze
aarde, doch bij hun Vader in de hemel.
Maar door de strijd, die zij hebben
gestreden, is wel duidelijk geworden dat al
die 120.000 uitgezonden Nederlandse
militairen vele duizenden mensen in
Nederlands-Indië het leven hebben gered.
Onze jongens, die wij vanavond gedenken,
hebben bescherming gegeven tegen het moorden
en het plunderen van rondtrekkende bendes !
Hen is veel dank verschuldigd.
Daarom is het goed om vanavond hun namen te
noemen in de aanwezigheid van familieleden
en dorpsbewoners.
Zij verdienen onze blijvende aandacht en met
hen allen die niet zijn teruggekeerd.
Wij gedenken vanavond al de slachtoffers uit
de tweede Wereldoorlog en uit alle de
oorlogen daarna, die hun leven hebben
gegeven voor volk en vaderland.
Wij gedenken op deze plaats onze dorpsgenoot
Wiebe Bruinsma, geboren 8 oktober 1926 te
Tzum en overleden 21 juli 1947 te Pandakan.
Wij gedenken op deze plaats onze dorpsgenoot
Lieuwe Greidanus, geboren 20 februari 1925
te Tzum en overleden op 20 april 1946 te
Bandoeng.
Gedenk in Uw gedachten
dat zij hun leven gaven
en ver van hun verwanten
in de vreemde zijn begraven.
Bij het weg tikken van de tijd is het noemen
van hun namen voor altijd het noemen waard.
Ik wil afsluiten met een gedicht
Eenmaal in het jaar
verklanken bronzen klokken
hun geluid als eerbiedig gebaar
voor hen, die duidelijk betrokken
raakten in een ongelijke strijd
voor het behoud van vrede en gerechtigheid.
Nederlands- Indië, historisch rijke grond,
werd het macabere strijdtoneel,
waar het vrijheidsverbond
in een lichtend harmonieus geheel
tussen mens en natuur kon gloren.
De macht van het kwaad kwam alles verstoren.
Honderden jonge levens werden geveld
in het hun opgelegde gevecht
tussen plicht en zinloos geweld.
Ook zij waren aan het leven gehecht.
Het vrijheidsideaal werd in bloed gesmoord.
Hun hulpgeroep werd niet meer gehoord…
De geschonden levens van weleer
liggen in dat verre land begraven.
Hoog in de bomen zingen vogels keer op keer
hun vrijheidsliederen weer.
Vrijheid, zij hebben het met hun leven
betaald,
Daarom zijn hun namen voor altijd het noemen
waard.
S. Greidanus
|